Niet alleen de exploitant of de handelaar in gokautomaten speelden dit oneerlijke spel. Vaak ook waren het gewiekste spelers die de zaak flesten en menig horeca-ondernemer een voor onmogelijk gehouden verlies bezorgden. Dat gebeurde dan met allerhande trucs, zoals het vastzetten van een rol met een breinaald nadat eerst aan de zijkant van de kast een klein gat was gemaakt. Een euro aan een touwtje heeft het ook enige tijd goed gedaan.
Kansspelen
Een wijziging van de Wet op, de Kansspelen verschaft sinds 1986 enige helderheid in de duistere wereld van de gokkasten. Vanaf die datum moeten de kasten zelf gaan uitbetalen. De (maximale) inzet bedraagt een kwartje per spel (was vaak een euro) en de maximum winst per spel is beperkt tot tweehonderd maal de inzet (vijftig euro). Het Speelautomatenbesluit bepaalt dat alle automaten voorzien dienen te zijn van een keuringswaarmerk. De Dienst van het IJkwezen zal, net als voor weegschalen bij de slager of kruidenier, alle goede speelautomaten voorzien van een ijkstempel. Belangrijk punt bij die ijking is dat de rollen met bijvoorbeeld fruitsymbolen bij ieder spel willekeurig tot stilstand dienen te komen. Een kast van vier rollen met twintig symbolen (kersen, bananen, sterren enz.), laat men automatisch gedurende zestienduizend spellen lopen. Alle symbolen moeten daarbij even vaak vallen. Voorts moeten de kasten bestand zijn tegen stroomstootjes en elektromagnetische straling. Bij het IJkwezen wordt gezegd dat veel van de nog niet gekeurde speelautomaten met een mobiele telefoon al op hol slaan.
Voorgeprogrammeerd slots
De rollen van de meeste automaten zijn altijd voorgeprogrammeerd geweest. De computer bepaalde hoeveel keer de jackpot mocht vallen. De eigenaar van de kast stelde het apparaat zo in dat hij vooraf de verlies- en winstrekening per week kon opmaken. In de nieuwe wet wordt de zaak omgedraaid: de rollen draaien willekeurig en pas daarna kijkt de computer welke symbolen zijn gevallen. De gemiddelde uitkering moet ten minste zestig procent van de inzetten bedragen en de speelduur dient minstens drie seconden te zijn. Het gemiddelde verlies mag niet meer zijn dan vijftig euro per uur. Op de kast moet duidelijk zichtbaar worden aangegeven welke winstmogelijkheden de speler heeft. Economische Zaken heeft voor deze strenge wetgeving gekozen om `de zwakkeren in de samenleving te beschermen’. Een streng vergunningenstelsel moet een wildgroei aan speelkasten voorkomen. Vereist zijn een aanwezigheidsvergunning, af te geven door de burgemeester. Voorts zijn nodig een exploitatievergunning (kosten: eenmalig vierduizend euro en jaarlijks nog eens duizend euro) en een vergunning voor toelating van het apparaat in Nederland (kosten maximaal twintigduizend euro voor een kansspelautomaat en vijfhonderd euro voor een behendigheidsapparaat. Deze beide laatste vergunningen moeten worden aangevraagd bij het ministerie van Economische Zaken.